Algemeen:
- De kinderen dienen voor aanvang van de zwemles 2 kurken om te hebben en een plank mee te nemen. In bad 3 staat de combinatie centraal. Het verbeteren van de beenslag zal een terugkerend feit zijn.
Drijven:
- Het drijven zal steeds over een wat langere afstand geoefend worden
Voortbewegingsvormen:
- Spetteren met de armen en de benen (beginnende algehele borstcrawl en rugcrawl)
Onderwatervormen:
- Springvormen en onderwater gaan worden gedaan met steeds minder drijfvermogen (vermindering van kurken). Dit gebeurt ook regelmatig in het diepste gedeelte van ons bad (aanleren/creƫren zelfredzaamheid)
Zwemslagen:
- Belangrijk is dat de kinderen op de buik een goede combinatie kunnen zwemmen. Deze slag moet in ieder geval ritmisch goed zijn
- Verbeteren van de borstcrawl
- Verbeteren van de rugcrawl
- Er zal een start worden gemaakt met het watertrappelen