Om te beginnen aan het zwemlestraject, starten we met het voortraject. Dat wil zeggen dat je kind wegwijs wordt gemaakt in en om het zwembad. We maken de kinderen bewust van de verschillende waterdieptes. Spelenderwijs raken ze vertrouwd met het water waarbij alle basiselementen aan bod komen, zoals drijven op buik en rug, onderwater gaan met je hoofd en vallen en opstaan.
De meeste kinderen hebben voldoende aan één ronde van het voortraject. Met hun ervaringen kunnen ze doorstromen naar het hoofdtraject. Maar het komt ook regelmatig voor dat een kind daar nog niet aan toe is na één ronde en dat het nog een ronde voortraject nodig heeft.
De op-één-na-laatste les van het voortraject is een meezwemles voor de ouder/verzorger, waarbij jullie samen mogen meedoen aan de les.
In het voortraject leren de kinderen de volgende zaken:
- Watervrij worden
- Springen van de kant
- Hoofd onder water
- Drijven op de buik
- Drijven op de rug
- Iets opduiken van de bodem (ondiep)
- Springen bij het diepere gedeelte
- Vertrouwd voelen
- Begin spetteren benen, op je buik
- Begin spetteren benen, op je rug